Heldensage(1927)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] henriette roland holst [pagina 5] [p. 5] Voorzang [pagina 6] [p. 6] Voorzang. De menschenwereld is een wonder ding; door haar blaast de Geest als een groote wind: niemand weet waar hij opkomt, waar begint het nieuwe willen, de verandering. Soms schiet Leven vol hoog en wild gerucht van worden en vergaan. In felle daden stroomt uit zijn kracht. Elke dag is beladen met mooglijkheden, ieder uur bevrucht. Als weer verstilt het bruisende bewegen komt de denkende mensch: poogt na te speuren banen die 't ging; rafelt voorbij gebeuren uiteen; zegt: ‘het moést gaan langs déze wegen’. Ver in zijn eenzaamheden lacht de Geest: ‘mijn banen kan geen mensch vooruit verkonden’. Kind van 't Al is hij, aan de stof gebonden, maar de slaaf der stof is hij nooit geweest. Vorige Volgende