Jeugdwerk 1884-1892(1969)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 77] [p. 77] III Nu kan ik spreken: 't enge zielekleed Heb 'k afgerukt, dat wou mijn ziel versmoren En zie haar naakt en vrij en nieuw-geboren In schoonheid stralen, als zij 't nimmer deed. En 't is mijn wil, dat ge dit èene weet : Die gij tot uw zielslief hebt uitverkoren, Is ook mijn Liefste' en 'k heb voor haar gezworen Mènsch-lief te laten, en te lijden - leed. Daar nu wij twee spreken dezelfde tale En in dezelfde' aanbidding nederknielen, Heb ik gedacht, dat moog'lijk onze zielen Als landslui zijn, die in een vreemd land dwalen, En daar elkander vonden en bevielen, - En lief en leed elkander nu verhalen. Vorige Volgende