Jeugdwerk 1884-1892(1969)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 62] [p. 62] VI Gij stapelt uwe schatte' in lichte zalen, En spreekt tot 't Volk: ‘Neemt van mijn goed en have Naar Uw begeer; komt u in 't Goud begraven 'K heb meer goud, meer. - Maar zij, als kind'ren dwalen Schuw, om vreemd huis - zoo staan z' in weifel-dralen, D' een neemt een brokje, d'ander breekt een stave, En doet ervan wel wondere verhalen - Maar nièmand wil de gansche, volle gave. En gij hun klein gedoe heel weinig achtend Leeft voort in hooge stilheid hèm verwachtend Die komen zal, wanneer de tijden daar zijn En àl uw schatte' als erfdeel zal vergaren, En dàarom werkt ge, dat uw werken klaar zijn, Wanneer hij komen zal - na honderd jaren. Vorige Volgende