Verzamelde werken. Deel 1. Verzamelde gedichten. Deel 1. Verzen. De belijdenis van de stilte. Voorbij de wegen(1948)–A. Roland Holst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 235] [p. 235] Een Lied van den Dood De wijde zee en de gouden wind hebben den tijd verloren. Ik weet van een eenzelvig kind, dat der zaligen zingen kon hooren. Vanachter den wind, door den leegen tijd zong het tot in zijn herte - een ijle, verloren blijmoedigheid, een vreemde, vlijmende smerte - zij zongen zijn oogen leeg en wijd, de zaligen van de verte. Zij zongen in 't vuur: een eenzaam geluid ving aan om de muren te loopen; zij zongen aan 't venster, zij zongen luid zijn deur op den donker open; een regen de wolk van zijn leven uit zongen zij al zijn hopen. Hem bleef geen ding meer: de groote maan scheen in zijn leege oogen. In blauw, koud licht is hij uitgegaan door een duistre verrukking bewogen - Zij zongen hem uit de wereld vandaan, zij zongen zonder meedoogen. Luider en luider zongen zij, ijle, duizele vlagen - zij zongen, zij jubelden zoo nabij, dat het was of hun oogen hem zagen - luider en luider jubelden zij dat lied van den dood in zijn dagen. [pagina 236] [p. 236] Tusschen aarde en maan, vervreemd, verblind, - een wolk op een storm van droomen - door sombre vreugden vervoerd, ontzind, is hij luidzingend gekomen: de machtige zee, de donkere wind hebben hem genomen... Vorige Volgende