terdaad aan te sluiten bij hen, die - ook al beroepen zij zich oprecht op waarden, die hem dierbaar zijn - de wereld zich nog schrap willen doen zetten tegen wat thans zijn aanvang nam. Want hoezeer de vurigsten van wie dit zouden willen zich ook in naam van den volksaard opwerpen, hun aandrift dreigt de ziel tegen te werken in haar ultieme bedoeling zichzelf te offeren, en door hun ingrijpen zullen zij omstuwd worden en tot de werktuigen gemaakt van de verontruste menigten, die haar - allen schijn ten spijt - vijandiger zijn dan de horden door middel van welke zij haar offer volbrengt.
Of zijn ook deze menigten en hun als leiders aanbeden werktuigen weerloos medebewogen en ingeschakeld in het wereldbeeld, waarbinnen dit offer zich waarneembaar maakt?
Wie er zich aldus toe verhoudt, zal de waarden, die hem boven alles gaan, in Moscou in doodsgevaar gebracht, thans in Berlijn in een bescherming zien genomen, gevaarlijker dan de dood, want de opstanding is eerst mogelijk uit wat in den dood neer werd geveld, doch nooit uit wat, krampachtig nog overeind gedrild, zich laat versteenen.
In een tijdperk als het hedendaagsche kan de ziel van de door haar bewogenen slechts in de wereld gebruiken wie zich met blindheid voor haar offer liet slaan, want in het slaags raken van verblinden met verblinden kan wie ziet niet meevechten.
Enkelen der blindelings bezielden werden, midden in het strijdgewoel de oogen geopend, en - hun hart vasthoudend om wat zij zien, doch te ver al in het gedrang