Verzamelde werken. Deel 2. Verzamelde gedichten. Deel 2. De wilde kim. Een winter aan zee. Onderweg. Tegen de wereld. In ballingschap
(1948)–A. Roland Holst– Auteursrecht onbekend
[pagina 55]
| |
[pagina 57]
| |
1Uit welk oud vergeetboek
vlagen thans de heilswoorden
boven ons tot een vloek?
Wat woei die bladen open
opdat wij dit aanhoorden?
Bar is de nacht, en leeg
't smal strand, waarlangs wanhopen
een holle zee raadpleegt.
| |
[pagina 58]
| |
2Raken hier zeil en landing
vergeten? Legt ál meer
dit stug land de open branding
zijn spraak op en heimwee
het zwijgen? - O, oud zeer,
ál zeldener te verhelpen -
o, zucht van overzee
in de lichte zeeschelpen -
| |
[pagina 59]
| |
3Vergaan zijn de droomschepen
der wereld. Ver zonvuur
en leege zee verdwepen
aan kimwolken een grootsch
weleer nog, maar naar hier
daalt vaal en allerwegen
uit den omtrek des doods
van ander vuur de aschregen.
| |
[pagina 60]
| |
4Leeg als een voortijd rijst
de toekomst: laat gewolkte,
binnen het raam omlijst.
Vooreerst breekt er geen morgen
meer over gindsche ontvolkte
hoogvlakten aan. In kloof
nog en ravijn verborgen
verkommert oud geloof.
| |
[pagina 61]
| |
5Der volkren sombre maren
luiden tot in dit land
- 't hare eens - en evenaren
wat het inwendig oor
opvangt, tot een verband
mij beangst. - Vond wie doorgrondde
wat hart en volk te loor
doet gaan, eenzelfde zonde?
| |
[pagina 62]
| |
6Ingekeerden voorzagen
de onheilen: toen geen volk
meer van God bleef gewagen,
dwong oorlog, geest na geest,
de zienden onderwolks
af in der steden kolken,
waar enkel heimwee leest
wat noodlot zal vertolken.
| |
[pagina 63]
| |
7Afnemend omoorlogen
de stralenden nog maar
de ster, en zienderoogen
valt ander donker dan
van de avond. Het vanwaar
weet geen, doch soms bemerken
in een windstoot ervan
eenzame' al vale vlerken.
| |
[pagina 64]
| |
8Der kimwolken bergketen
ten voet, ligt het oud rijk
ondergesneeuwd. Vergeten
raakte 't breed wegenkruis -
Doch velen, nu de omtrek
tot witte stilte ontvolkte,
verdiepen, binnenshuis,
zich in dat randgewolkte.
|
|