Verzamelde werken. Deel 2. Verzamelde gedichten. Deel 2. De wilde kim. Een winter aan zee. Onderweg. Tegen de wereld. In ballingschap(1948)–A. Roland Holst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] Einde Eenzaam en wild, koud en hartstochtelijk - is dit de zee nog? In welk laatste teeken van de voortijden, het onstuimig rijk van blinkend, ledig en oneindig licht kwamen de waatren? Eenzaam zijn de kusten: de droomen van de volkren zijn verstreken; gelijk een bekken, klinkend ten gericht, luiden de wateren, gekomen zijnde tegen de wereld; uit het steile westen, vanaf de weringen der dooden, wordt het voorspel van de harpen van het einde hartstochtelijk en eenzaam, wild en koud, ingezet. De groote stervenden komen als zich dit ruischen op hun inkeer stort, roepende naar de steden, en zij worden tegen het wilde westen waargenomen op den omgang van muren: groot en oud en wijzende naar de geheimenis des ondergangs. De voerders onzer woorden hadden een naam, doch dezen hebben géén naam, zijnde bazuinen, over al wat is doende de schaduwen van wat geweest is, gelijk de nacht der nachten, vóór de komst van de gelaten uit het woord des geestes, die zullen starend juublen boven ons: koud en hartstochtelijk en wild en eenzaam. Vorige Volgende