tuur, geloof, kunst, gemeenschapszin, zaken zijn, waarmee men plannen kan maken voor de toekomst.
De duinen lagen vanmorgen als onder een diepe windstilte van licht, en al loopende verminderde mijn ergernis over dit alles, tot, aan het strand gekomen, zij geheel vergeten raakte, want is de zoogenaamde menschheid, dat getal met zoovele nullen, niet als het bewogen oppervlak, het alleen zichtbare en hoorbare, van een zee, maar dat door de vaak zoo luide branding over de ondiepten de aandacht al te zeer of kan leiden van het onpeilbare? en is de Mensch, het menschelijk wezen, niet die zee zelve, onregelmatig en ondiep bewogen door de rustelooze weersveranderingen waarop ook zij weer van invloed kan zijn; regelmatig, echter, en diep bewogen door wat zijzelve nooit beinvloeden kan, een stille maan, die vloed en eb bepaalt.