Inhout
Van 't eerste Deel.
1KEyser Karel verhaelt aende Staten ge-2nerael de swackheyt van sijn persoon,
3beneffens zijn Resolutie om de Landen
4op te dragen aen sijn soon Philippus. De ver-5wonderingh van de Staten over die resolutie.
6De Keyser draeght sijn soon de Landen op en
7vermaent hem te blijve by sijn gewette en pre-8velegie. Den Keyser ontslaet sijn suster Maria
9als Gouvernante vande Nederlanden. Den
10Keyser bedanckt de Staten over haer ghetrou-11heyt. De Staten aen d' ander sy, bedancken
12haren Heer over de goede voorsorghe die hy
13haer bewesen hadde. Ontslaet de Staten van
14haren Eet en alle die hem geswooren hadden.
15Koninck Phillippus bedanckt sijn Vader. Maria
16de Gouvernante bedanckt den Keyser benef-17fens de Staten. De Staten nemen af-scheydt.
18Den Keyser vertreckt. Koningh Philippus
19doet aen de Staten Eet van getrouwigheyt. De
20Staten besweeren haeren Erf-heer getrouheyt.
21Men verbreeckt de Acte en Zegels vanden
22Keyser. Men geeft nieuwe Acte en Zegelen
23vanden Koningh. De staten wenschen haren
24Erf-heer geluck en heyl. Oorlog met Vranck-25rijck. Koninck Philippus behout de Victorie.