Het werk van Prof. Dr A. Vermeylen
(1953)–Hilda van Assche– Auteursrecht onbekendAnalytische bibliografie
[pagina 9]
| |||||||||||||||
[pagina 10]
| |||||||||||||||
I
|
Tweede druk: 1912 | Volledig met de eerste druk overeenstemmen- de uitvoering. |
Derde druk: 1918 | |
Vierde druk: 1923 | |
Vijfde druk: 1927 | |
Zesde druk: 1933. | Mechelen, Uitgeversbedrijf ‘Het Kompas’, 1933, 128 blzz., 18,2 × 11,2 cm. [Eerste boek in de letterkundige reeks ‘De Feniks’.] |
Zevende druk: 1941. | Van blz. 1 tot en met blz. 75 in: Proza, Brussel, N.V. Standaard-Boekhandel, 1941, XXVIII + 304 blzz., 21 × 13 cm. [Bibliotheek der Nederlandse Letteren.] |
Achtste druk: 1952. | Van blz. 47 tot en met blz. 144 in: Verzameld Werk. Eerste Deel, Brussel, Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V., 1952, 597 + [III] blzz., 19 × 12 cm. |
[pagina 11]
1943
2.
Twee Vrienden, Brussel, Uitgeversmij A. Manteau N.V., 1943, 258 + [II] blzz., 20,2 × 13,8 cm.Ga naar voetnoot(2)
Colophon: ‘De origineele uitgave van Aug. Vermeylen - Twee Vrienden werd in opdracht van de Uitgeversmij A. Manteau N.V. te Brussel in October 1943 gedrukt op de persen van de Drukkerij Erasmus N.V. te Gent, 1 L. De oplage bedraagt elf honderd twintig genummerde exemplaren.’
1. | Samen met deze originele uitgave verscheen er een populaire: 223 + [I] blzz., 19 × 13 cm. |
2. | Bij dezelfde uitgeversmaatschappij verscheen een ongewijzigde herdruk van ‘Twee Vrienden’, zonder vermelding van datum noch van druk, in 1948: 211 + [I] blzz., 21 × 13,6 cm. Aangegeven werd alleen ‘22ste tot 24ste duizendtal’. |
3. | Opgenomen van blz. 145 tot en met blz. 397 in: Verzameld Werk. Eerste deel, Brussel, Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V., 1952, 597 + [II] blzz., 19 × 12 cm. |
- voetnoot(1)
- 1. Aan Gaby werd ‘De Wandelende Jood’ opgedragen. In de zevende druk (1941) werd de opdracht weggelaten.
2. Gedateerd werd het verhaal door August Vermeylen in de opeenvolgende drukken: 1897-1906. Eigenlijk ‘geschreven’ werd ‘De Wandelende Jood’ van ± October 1904 tot ± October 1905, schrijft Prof. Dr Franz de Backer in een voetnota op blz. XVI van August Vermeylen's Proza (1941). In ‘Vlaanderen’, V, 1907, blz. 384 wees August Vermeylen zelf op Carel Scharten's beoordeling van ‘De Wandelende Jood’ uit ‘De Gids’, LXXI, 1907, deel III, blzz. 149-157. Het zij me veroorloofd aan Aug. Vermeylen's bespreking het volgend getuigenis te ontlenen, dat in ons verband zeker niet zonder belang is: ‘dat Carel Scharten me “gebrek aan ernst” ten laste legt, nadat ik zooveel jaren op dat boekje gewerkt heb, ieder woord proevend en herproevend, is toch al te lichtzinnig en onrechtvaardig’ (cursivering van ons).
- voetnoot(2)
- Door August Vermeylen werd de volgende ophelderende nota, achteraan het verhaal geplaatst: ‘het tot in onderdeelen uitgewerkt plan van “Twee Vrienden” dagteekent van November 1897 (evenals het ontwerp van “De Wandelende Jood”). Wijzigingen van ingrijpenden aard heeft dat plan niet ondergaan. Geschreven werd de roman eerst in de maanden Maart tot September 1941 en Mei tot November 1942’.