Bibliografie van de Vlaamse Tijdschriften. Reeks 3. Vlaamse literaire tijdschriften vanaf 1969. Aflevering 3. De tijdschriften verschenen in 1971

[p. 44]

Koebel

Literair tijdschrift¹

Kernredaksie: Jan Braet. Roel van Londersele, André Vansteenbrugge, Eriek Verpale

Redaksieadres: Kasteellaan 172, 9000 Gent

Jrg. I, 2 nummers, 2 × 36 pp., oktober, december

1 Orgaan van de poëzieclub De nieuwe degeneratie, Werkgroep literatuur Gentse Univ. Kultureel Konvent

I. Poëzie

BEIJER, Jan Palet, 2, p. 34 ‘'s avonds gisteren’

BIEBUYCK, J. Improvisatie in mineur. Voor eenzamen, 2, p. 13 ‘ik geef de lente een hand en wandel’

BOON, Louis Paul [Gedichten], 1 ‘Eens mijn geliefd’ p. 2 ‘Vandaag bij je graf lieve paps’ p. 3 ‘Zo zal ik dan worden’ p. 4

BRAET, Jan [Gedichten], 1, p. 16 Verschrikking: ‘Overmorgen slaap ik’ Vrouw: ‘Komen tot mij alle beulen’ Onder meer Bangla Desh, 2, p. 31 ‘word je gestenigd magdalena’

BROECKX, Ange Ik zit op het terras, 1, p. 14

BRUGGEN-GROFFY, Frieda Hoe raak ik nog ooit weer^2, 2, p. 11

BRUYNSEEL, Marc [Gedichten], 1, p. 13 Wie ik ben: ‘Ik ben niet wat men zegt’ Vanwege de ruimte: ‘Om te weten van de warmte eronder’

CHRISTEL, Jos De verstilde nacht, 2, p. 5

2 Bekroonde literaire rubriek ‘Lettergrepen’, VARA, Hilversum

[p. 45]

CLEYMANS, John Wij, 1, p. 10 ‘Je bent geen koolwitje’

CUYVERS, Lus Ontrafeling van de mavaveron, 2, pp. 16-18 ‘maagd van verkrachte oneer’

DELEU, A. Zich verhangen is sterven met een koord, 2, p. 21

DOGIMONT, Roel Jij, 2, p. 6 ‘ze had een banale naam’

DORPE, Luk van De vlieg vliegt, 2, p. 19

ELEN, Eli van Enigma, 1, p. 5 ‘waarom en hoe’

HAUWERMEIREN, L. van Weg III, 2, p. 21 ‘eenzaam’

HILGERINGH, Meindert Het gedicht als, 1, p. 14 ‘De verbaasde dalen zal ik’

JACHO [Gedichten], 2, p. 9 Partir c'est mourir un peu: ‘toen ik je kende’ Gedichten ergens aan de rand geschreven: ‘toen de bomen’

KELCHTERMANS, Jan Eenvoud, 1, p. 15 ‘Langs de wegkant in het gras’

KINNAER, Juul [Gedichten], 1, p. 35 ‘Plaats achter de zinnen geen punt’ ‘Mijn stap is veel te luid’

KRISTINA Nachtblauw spoelde het water, 2, p. 5

LAGASSE, Toon [Gedichten], 1, p. 7 Beeldhouwer: ‘kappend in een wolk grijssteenstof’ Generaal: ‘stokstatig metaalpoplopend’

[p. 46]

LONDERSELE, Roel van [Gedichten], 2, p. 35 Om te zijn: ‘voor je poorten’ De hemden van haar ogen

MERLIER, Jos [Gedichten], 2, p. 15 Van liefde tot liefde: ‘betreft jij en ik’ Wij gehoorzamen tijd: ‘wij’

NIVANA [Gedichten], 1, pp. 29-30 Afscheid: ‘vanavond’ p. 29 Droom: ‘was er ooit de spanning’ p. 29 Bevrijding tot onmogelijk landing: ‘omhoog gericht’ p. 30 Onmogelijk: ‘ik zal nu mijn plaats’ p. 30

OTTE, J.K. [Gedichten], 2, pp. 3-4 Testament: ‘als ik genoeg heb’ Als je slaapt

PAUW, Aude de De lokkracht der werkelijkheid, 2, p. 19

PINOY, Luc Speren van de dood, 1, p. 15 ‘ik zag het licht en weer’

ROUFIE, Julien Freudiaans droombeeld, 2, p. 33 ‘Mijn hart krimpt waanzinnigverwrongen samen’

STASSUNS, Koen [Gedichten], 1, pp. 22-23 Ondergang 1: ‘Lees in dit verband’ Ondergang 2: ‘In jou’

TERMOTE, Jos Verdeelde haat, 2, p. 10 ‘Ik heb de doodsklok horen luiden’

TIMMERMANS, Bob [Gedichten], 1, p. 31 Succes: ‘de nazareër vermoorden’ Misgedachten: ‘een kreupele geest’ De nieuwe wereld, 2, p. 33 ‘in zijn hete bed stinkt de lauwe stroom’

VAGE VAL Zoektocht, 2, p. 12 ‘Altijd weer op je lippen neerstrijken’

[p. 47]

VANDROMME, Jozef Françoise fabrique, 1, p. 35 ‘spin spelend voor’

VANSTEENBRUGGE, André Zelfportretten van Venus, 1, p. 6 1. ‘ritseling het doek valt’ 2. ‘korte verhalen schrijven’ 3. ‘straffeloos je limieten’ 4. ‘beneden alle verwachtingen’

VANVOORDEN, Ank Voor de grote tovenaar (deel 1), 1, p. 11 1. ‘God-van-eindeloze liefde’ 2. ‘De regen ruikt’ 3. ‘Ik heb hem verbannen’ Voor de grote tovenaar (deel 2), 2, p. 7 4. Et in Arcadia Ego: ‘Laat op de nacht’ 5. Verboden vers: ‘De nacht is niet van deze aarde’ 6. ‘Als elk woord een afscheid is’

VERBIST, Jef [Gedichten], 1, p. 9 Tussen wolkenloze kusten is het levender Sisyfus: ‘Ze zijn slechts maanziek’

VERMAERCKE, Marnix Gedicht, 1, p. 10 ‘er was een mentale’

VEYS, Patrik-h. [Gedichten], 1, p. 32 ‘verwondering’ ‘mijn woorden worden gebraakt’ ‘ik loop met krukken’

VOS, Luuk de Gedichten, 2, p. 32 Ingmar drinkt zijn glas melk Cherokee: ‘zonderling hurkt hij aan de horizon’

WEERDT, Gary de Gedichten, 2, p. 2 ‘Cirkelt de dag nog?’ ‘Het vlees en het vlies’

DMJ Bij de napijn, 2, p. 14 ‘De morgen is onvruchtbaar’

[p. 48]

II. Proza

BOSMAN, Gerrit Het was vierkleurennnacht, 1, p. 8

GOVAERT, Karel Niezen, 1, p. 12

HERREBOUT, Jean-Pierre [Verhaal], 2, p. 20

LONDERSELE, Roel van Verf, 1, p. 36

ROOSE, Iev [Verhaal], 2, p. 8

VERPALE, Eriek De thuiswacht, 1, pp. 17-27 In het licht van Mevrouw Rozen, thee en Colette. Verhaal, 2, pp. 24-30

III. Toneel

VERBIST, Jef Lothario. Toneelspel in 1 bedrijf, 1, pp. 33-34

IV. Kritische bijdragen

VERPALE, Eriek Patrick Veys, Twee grote kamers en een suite, 2, p. 36

XXX Aforismen. [Een keuze], 1, p. 28