Met twee maten(1956)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 198] [p. 198] Maurice Gilliams Tristitia Ante Op de besneeuwde hei: de hoeve en de houtmijt zwart en de duistre spar, sterk en geëtst onder een ster, bewaaid en strak. In het stalen maangeplas ken ik de planten zonderling, de stompe bijl en de gebroken pot door het doorzichtig-helle ijs. Eéns knaagt de kou tot op het been en mijn eenzaamheid zoekt het schot dat plots de horizon tot eeuwigheid rekt op mijn rampzalige zwerftocht. Tot wanneer ik het bos intreed en de haas gemarteld vind, onbewust en stijf in zijn bloed op de sneeuw. Er is niets dan hevig wit in mij, en ik raak dat licht niet kwijt; en er is niets zo smal en nauw als het eigen lijf. Vorige Volgende