Met twee maten(1956)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Dichters moeten de minnaars uit zich weren Dichters moeten de minnaars uit zich weren, willen zij naakt gelijk de goden zijn. Waaròm dan, hart, dit mateloos begeren naar alle naaktheid, geborneerd en klein, en wáárom zijn onsterflijkheid bezeren aan deze beten van het bot venijn, wanneer de liefde slechts dit klein kreperen aan de bestie is achter 't bedgordijn? Hijg dus, o hart, uw sterflijkheid te buiten, gij, die uit pijn de bovenaardse koos, eens zal uw mond zich als gesteente sluiten in d'eenzaamheid van wind en waterhoos, maar, wie hem kust, zal er op leven stuiten: diep in zijn barsten hurkt de wilde roos. Vorige Volgende