Met twee maten(1956)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Tulpen Bloedplassen, trots het zonlicht levend rood, Zag 'k wijd vervloeien tot de horizont; Uit lang gespleten, geel ett'rende wond Walmde wee-zoete reuk, als van de dood; En 't leek, alsof een bloedstraal opwaarts spoot, En onbeweeglijk hing boven de grond: De droppels sidderden, helrood en rond, Gestold tot blad'ren aan de beukesloot. De zon ging onder. Schuwe schem'ring sloop Over de landen; en aarzelend kroop Door mist van bloed, zoekende tor, de maan? En 'k voelde mij de enig levende mens In dode wereld, en ik zag immens Het spook van de aarde ontzettend voor me staan. Vorige Volgende