Met twee maten(1956)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 150] [p. 150] Johan Andreas dèr Mouw Stuk gruiz'len, 't strand op, van de horizont Stuk gruiz'len, 't strand op, van de horizont Groenglazen bergen tot wolken van kralen; Veilig in duisternis van kalken schalen Woont 't weekdier, vast aan nooit bewogen grond. Sidderingen, die tot zijn diepte dalen, Hij voelt ze niet, verdiept in pijn van wond: Zijn teerheid bloedt parels, die, klein en rond, De ronde zee, immense paarl, herhalen. Aan 't wereldoppervlak stormen de dingen: Zelfs geen gedruis zal tot in de afgrond dringen, Waar stil de ziel aan 't hart van Brahman kleeft; Al kan het oud verdriet niet meer genezen, Hij weet: gezonken naar zijn eigen Wezen, Nu bloedt hij verzen, waar Zijn licht op beeft. Vorige Volgende