Met twee maten
(1956)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 141]
| |
Het klankrumoer, de stilte die begon
Te zingen haar indringend zoete wijze,
De nevelen die als gestalten rijzen,
De wolken lopend aan den horizon;
Al dit gezegende is mij geschied;
Ik kon de sterren van den hemel halen,
Ik droeg den nacht weg van het aardebed;
Bloemstengels werden in mij neergezet,
Ik werd een veld, een zee, een woud vol stralen,
Ik werd een hemelval, ik werd een lied.
|
|