Met twee maten(1956)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 133] [p. 133] Met de andere maat Zal er een som zijn van geluid Van nu en van een vroegeren tijd?.,. J.H. LEOPOLD O kom, Stem die zult wezen sterk en warm en zuiver, Stem die al zwerft door de luchten: maak in ons de slapende krachten vrij HENRIËTTE ROLAND HOLST [pagina 135] [p. 135] Albert Verwey De weg van taal Aan P.N. van Eyck Niets is overtuigend Van de oergrondige gloeden: Dat ze u blindend, zuigend, In hun poel omwoedden, Als de poovre woorden: Stukgebroken scherven Taal, die 't vuur behoorden, En 't opnieuw verwerven Nu gij ze opnaamt om een brug te smeden Naar aan de oever mijn ontbonden leden. Door die taal allenig Kan ik tot u dalen: Steil de gang en stenig, Blinkend toch de stralen Die mij lokken, glijden Tussen voet en leuning, Mij van angst bevrijden, Stil doen staan in kreuning, Tot ik neerkom in die helle kerker, Me eindloos lichter voelend, eindloos sterker. Want die lichtgedrenkte Ronde, vormen-loze, Die voorheen me al wenkte, Spiegelt - wonderroze, Aarden en hemel hullend In haar bladervaagten, Zich met ether vullend: Hoogten, ruimten, laagten - Nu niet langer uw allene holte, Maar van 't heel heelal de oneindge volte. Anders niet dan de uiting Maakt het eindloos ledig Tot de oneindge ontsluiting. Ik-die-Ik-verdedig, [pagina 136] [p. 136] Uit u en 't zal blijken Dat ge uw ogen opent Op de ik-loze rijken, Iedre heining slopend Die de god belette een vorm te worden En zichzelf te zijn in menslijke orden. Zie, ik zei: ik daalde. Wist ik niet dat beelden 'T al te scherp bepaalde Vaak vaagden of heelden? Even goed was: rijzen. Want dat kleine blinken Dat ge omlaag leekt wijzen, Waar ik heen dacht zinken, Was niet anders dan het hoogste gloren, Mens geworden en dus nieuw geboren. Vorige Volgende