Met twee maten(1956)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 80] [p. 80] Nes Tergast De nacht brak De nacht brak. Bandoeng sliep. Een fluit. De hemel zocht naar zijn glazuren. De bergen lagen in de rui Van paars naar blauw, en met de uren Zagen zij er weer anders uit. De rode zon, naar Allah's kuren, Smolt tot een blank metaal waaruit De dag de gladde schubben schuurde Van sawah's in het morgenlicht. Een glans van oude porceleinen Betoverde het vergezicht Nog even. Over fantastische ravijnen Zwevende cirkelsegmenten, van rug Naar rug gesponnen als baleinen Wondren: krijtlijnen aan de lucht, Waarover klein de treinen schuiven Met ingehouden razernij. En watervallen die verstuiven Tot een witkanten mijmerij Waarin soms speelse regenbogen Verrafeld dansen op den wind, En 's nachts de maan met blauwe ogen Lichtblauwe vlinders slapen vindt. Een theeplantage hier en daar, Wat rubbertuinen, een fabriek, Wat schots en scheve dorpen waar Halfdomlend en voor drie kwart ziek De krotten leunen op elkaar. Dan dalen wij het laagland binnen Wat doezelig van lijf en zinnen. Vorige Volgende