Met twee maten(1956)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De paarden Daags drinken bij het wed de grote aardse paarden. Hoefprenten staan op de aarde, het gras is zilt geplet. Te nacht, als sterren en maan in zachte diepten spiegelen, beweegt het wak een wiegelen: twee vleugelen ruisen aan. Het water ligt vervaard, als witte manen zinken: rimpelend om het drinken van een geweldig Paard. Later draagt het, weer blak, de adem in nevel vegen van 't Paard dat, reeds ontstegen, dronk uit een sterrewak. Vorige Volgende