Met twee maten(1956)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 63] [p. 63] S. Vestdijk Keuvelend met verliefde kronen Keuvelend met verliefde kronen, Ruisend de een, rits'lend de ander, Zijn beuk en berk gaan samenwonen Als lotgenoten van elkander, In zulk een inn'ge eendracht, dat Men aan de witte schors moet vragen Wie of het berkenloof zal dragen En wie in 't najaar 't bruinste blad. Hier even breed, daar even smal, Stromen hun stammen naar beneden, Uitwijkend, hunk'rend en tevreden, Geven en nemen, een en al, Tot waar de saamgevoegde wortel De strengheid hoedt van 't mijn en dijn, Alsof met een onzichtb 're mortel De grensvlakken bestreken zijn. - Maar lager, diep onder de aarde, Daar heerst de nijd van 't voorgeslacht, Dat waterdruppelen vergaarde Met harig zuigende overmacht, Elkaar verdringend, moord beramend In zulk een schennis van 't verbond, Dat elk der wezens zich zou schamen, Wanneer 't kon schouwen in zijn grond. Vorige Volgende