'Met de staart van een ander'(1964)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] Isaäc da Costa / Zijn kemel... Zijn kemel! - 't Levend schip, dat door de zandzeebaren Zijn koers houdt, rijk bevracht met keur van Oosterwaren, - 't Woestijnpaard, dat in 't zaâl, hem door natuur gewrocht, Zijn ruiter rustig voert door d'eindeloozen tocht, Hem knielend afwerpt en weêr opvangt, en, waar de oogen Vergeefs een waterdrop als uit te lokken pogen, De karavane met zijn reuk ten dienste staat, En wellen opspoort, die nog laven. Op de maat, Van dat de zon herrijst, vervolgt het dier te vrede Met onvertraagde vaart, met onverhaasten trede, Gelijk de kloknaald tikt, zijn’ weg, ten zij zich 't lied Versnelle, waar ook hij gevoelig 't oor aan biedt: De klaagzang, niet altijd eentonig, van den drijver, Of wel, de lofzang van den pelgrim, vol van ijver, Maar lijdzaam, die aan 't eind van 't onverkwikkend pad Jerusalem zal zien, de onsterfelijke stad. Vorige Volgende