DE ziele word uyt-gedrukt door het selve woord dat het herte beteykent. Siet in het op-schrift van de deelen des menschelijken lighaams. |
Een Geest, M. Akambouë, V. Opoyem dese namen sijn algemeen. Daarom worden sy somtijds gegeven aan den Geest des menschen. Maar worden by-sonderlijk de goede Geesten op-geleght; ten minsten die de Caraïbanen achten soodanige te wesen, en die haar plaatse van Goden houden. |
Goede Geest, die sy voor eene God-heyt houden; en van wien een yeder onder haar den sijnen heeft voor sijnen bysonderen God, is ook Icheïri genaamt, dat het woord der mannen is; en Chemun, het welke dat van de vrouwen is, en waar van het meervoudigh is Chemignum. In-voegen dat dese woorden over eenkomen met die van God, en van Goden. |
Mijn goede Geest, of mijn God, M. Icheïrikou, V. Néchémérakou. |
Boose Geest, of Duyvel. Mannen en vrouwen noemen hem Maboya, gelijk alle onse Françoyschen uytspreken; maar de Caraïbanen spreken hier de B een weynigh meer op sijn Hooghduyts uyt, gelijk of wy Mapoya schreven. |
Sy geven ook den naam van Maboya aan sekere Duyvels-brooden, en aan sekere Planten van quaden reuk. |
De Duyvel, of Boose geest is hier: laat ons vluchten uyt vreese van hem. Maboya kayeu-eu: Kaima loari. Sy sijn dit gewoon te seggen als sy een quade reuk ruyken. |
Offeranden die sy aan de valsche Goden, of de quade Geesten doen Anacri. |
Aanroeping, gebed, plechtigheyt, aanbidding: sy weten niet wat dit te seggen is. |