Veldviooltjes(1834)–C.P.E. Robidé van der Aa– AuteursrechtvrijGedichten voor vlijtige kinderen Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] Lenteliedje. 't Is Lente, mijn kindren! het lagchende groen Tooit weder de boomen en velden; 't Is tijd, om naar bosschen en akkers te spoên, Die luide Gods liefde vermelden. Reeds staan aan de perzik de bloesems ten toon, Die saprijke vruchten ons spellen; Reeds bloeit de abrikoos zoo aanlokkend en schoon; Reeds knoppen de vroege morellen. De primulaveris, zoo rijk geschakeerd, Jonquilles, narcissen, violen, Zij zijn op de roepstem der Lente gekeerd, Schoon half in den knop nog verscholen. [pagina 20] [p. 20] De zangers der wouden verkonden hun vreugd; De leeuwrik is lustig aan 't sluiten; Zij nooden en lokken de naarstige jeugd Met duizenden stemmen naar buiten. Naar buiten dan, kindren, met vrolijken zin! Komt, staakt nu een poosje het leeren! Daar ademt ge op nieuw weder levenskracht in, En leert er uw' Schepper vereeren. Vorige Volgende