Veldviooltjes(1834)–C.P.E. Robidé van der Aa– AuteursrechtvrijGedichten voor vlijtige kinderen Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] De kleine vogelkooper. Komt hier, lieve meisjes! 'k Heb waar, die u lijkt; Mijn vogels verdienen, Dat gij ze bekijkt. Ziet eens op dat zoodje, Zoo groen en zoo frisch, Den bode der Lente, Hoe vrolijk hij is. Schenkt gij hem een groote, Een luchtige kooi, Dan huppelt hij vrolijk, Dan fluit hij zoo mooi. Komt hier, lieve meisjes! 'k Heb waar, die u lijkt: Mijn vogels verdienen, Dat gij ze bekijkt. [pagina 13] [p. 13] En ziet eens terdegen, Hoe mak is die vink! Hij wipt uit zijn hokje, En rust op mijn' pink; Hij pikt van mijn lippen De kruimeltjes brood, En ligt op kommando, Als ware hij dood. Komt hier, lieve meisjes! 'k Heb waar, die u lijkt; Mijn beestjes verdienen, Dat gij ze bekijkt. Neemt fluks uit uw beursje Een stuiver of wat, En kiest dan de schoonsten Uit heel mijnen schat. Maar zorgt dan ook tevens, Dat gij ze behoudt: Een kat is bij vogels Geheel niet betrouwd. Koopt, meisjes, mijn beestjes, Zoo mak en zoo mooi; Doch sluit ze voorzigtig Terstond in een kooi. De kleine vogelkooper. Bladz. 12. Vorige Volgende