De Nederlandsche Tyrtaeus. Liederen voor de verdedigers des vaderlands. Deel 3

(1830)–C.P.E. Robidé van der Aa– rechtenstatus


Lied van den dag. [Door D] Wijze: Unser alter Stadtsverwalter. Huichelaren en barbaren; Zwartontaarde Belgen Durfden denken, op hun wenken, Neêrland in te zwelgen, En de Ruiter's zonen, Strafloos, fel te honen. Jagers, op! (wigge die bombom) En groet hen wellekom.
[pagina 5]
Jakobijnen, wilden schijnen Echte liberalen; Maar, verraden, door hun daden Moest hun doelwit falen. Minnaars der schavotten, Helsche vrijheidszotten, Beven zij (wigge die bombom) Voor Neêrlands heldendrom. Zwarte dompers; geestverstompers; Haters der verlichting, Die haar stralen deden dalen Voor brandstapelstichting: Wenschten ons, Bataven! Ziel- en ligchaamslaven. Uit hun droom (wigge die bombom) Trekt hen onze oorlogstrom. Op dan, Batten! Bloed en schatten Vaderland geheiligd! Tempels, woning, Land en Koning Voor de hel beveiligd! Zweert, bij de asch der vaadren Straf den landverraadren! Sta voor u (wigge die bombom) De ondankbre laster stom! Eedle Jagers! Veeverslagers! Rijst! en als de hazen Vlugten, wijken, en bezwijken Belgies heldenbazen. Doet den donder knallen! Pif, pouf, paf!... zij vallen. Val, gespuis! (wigge die bombom) Voor Neêrlands schutgebrom! November 1830.