De Nederlandsche Tyrtaeus. Liederen voor de verdedigers des vaderlands. Deel 2(1830)–C.P.E. Robidé van der Aa– Auteursrechtvrij Vorige [pagina 13] [p. 13] Lied voor uittrekkende schutters. [Door T.J. Kerkhoven] Wijze: God save the King. Op, makkers! niet versaagd! Nu Eer en Vorst het vraagt, Den kamp gewaagd! Niets dat onze aandrift stuit; Wij trekken moedig uit, En grijpen 't zwaard in hand Voor 't Vaderland. Hier voegt geen tranenvloed, Hoe ons ook de afscheidsgroet Treffe in 't gemoed. Wij voelen ons gemis; Al wat ons dierbaar is Aan deze zij van 't graf.... Wij staan het af. Grijnst ons 't gevaar ook aan, Wij willen 't wederstaan En tegengaan. Op dan! met moed vervuld, En geen gespuis geduld, Dat Land en Vorst verried! Wij vreezen 't niet. Voor Orde en Wet ontzag! Maar zien wij de oproervlag, Zij scheure als rag. Stroom' dan ook 't heldenbloed, [pagina 14] [p. 14] Ons wordt het sterven zoet, Want ons is 't loon bereid In de eeuwigheid. 't Regt is aan onze zij; God staat nooit muiterij Of meineed bij. Op dan, ten strijd'! vooruit! 't Is God, die 't onregt stuit, En die, hoe bang 't ook staat, Ons nooit verlaat. Dat niets ons siddring baar'! Maar sluiten we in 't gevaar Ons aan elkaâr! Dit maakt ons d'onspoed ligt. 't Oog op 's Lands Leeuw gerigt: Hij klemt, hoe ook verrast, Zijn pijlen vast. Dit prenten wij ons in, En voegen Godsdienstmin Bij Heldenzin. Niets dat ons schrik verwekt, Door zulk een schild bedekt; Hoe 't moordend lood ook gonz'..., De zege is ons. Op, makkers! niet versaagd! Nu Eer en Vorst het vraagt, Den kamp gewaagd! Niets dat onze aandrift stuit; Wij trekken moedig uit, En grijpen 't zwaard in hand Voor 't Vaderland. Vorige