De Nederlandsche Tyrtaeus. Liederen voor de verdedigers des vaderlands. Deel 1(1830)–C.P.E. Robidé van der Aa– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] Vaderlandsch lied. Wijze: Ein freies Leben führen wir. Nog vloeit het Nederlandsche bloed } (bis.) Ons onbesmet door de adren, } En waar de snoode muitzucht woedt, Daar toonen we onzen heldenmoed, Den moed van onze Vadren. (bis.) Thans is elk burger lotgenoot, } (bis.) Elk deelt in 's Lands gevaren. } Het oproer heeft het zwaard ontbloot; Wie zou, bij d'algemeenen nood, Zich niet naast Willem scharen? (bis.) Ja, Vader! ja, wij staan gereed; } (bis). En wie U aan durft randen, } Wie uwe onschendbaarheid vergeet, En orde en wet met voeten treedt, Dien toont de Leeuw de tanden. (bis.) [pagina 10] [p. 10] Eendragtig strijdt de burgerij } (bis.) Voor have en erf en woning; } Zij kent haar pligten, voelt zich vrij, Beleeft de wet, vloekt muiterij, En eert en mint den Koning. (bis.) Heeft snood verraad het staal gewet, } (bis.) Aan 't hoofd van Neêrlands helden } Zal Fredrik, zonder vrees of smet, Dat monster, waar 't zijn treden zet, Zijn gruwlen doen ontgelden. (bis.) Deinsde eens voor Neêrlands heldenstoet } (bis.) De reuzenmagt van Spanje, } Nog zetelt hier dezelfde moed: Wij offren willig goed en bloed Voor Neêrland en Oranje. (bis.) Vorige Volgende