De binnenlandse oorlog
De naarste periode is de periode van de binnenlandse burgeroorlog geweest, tussen 1986 en 1989. We hebben vaak in grote spanning gezeten, niet zozeer vanwege het geweld en de oorlogshandelingen, maar vanwege de patiënten. Je kon de ernstig zieke patiënten meestal niet naar de stad sturen, dus moest je zelf medische ingrepen doen, waar je niet op berekend was en waarvoor de eigenlijke equipment op de zendingspost niet aanwezig was. Vooral op verloskundig gebied heb ik toen medische ingrepen gedaan, die ik anders nooit gedaan zou hebben. In de oorlogstijd ontstond er een tekort aan alles, geld, medicijnen, personeel, medische hulpmiddelen en begrip.
Het is de moeilijkste tijd van mijn dertig jaren medisch zendingswerk in Suriname geweest. De jaren zijn omgevlogen!
De technische ontwikkelingen in het binnenland zijn ook snel gegaan. In hetzelfde gebied waar er in mijn beginperiode te Botopasi niets was, waren er later ongeveer tien poliklinieken. Jongens en meisjes van het gebied zijn door mij en anderen tot gezondheidswerkers opgeleid en zij konden bij mijn afwezigheid zelfstandig polikliniek houden, zelfstandig wonden hechten, bevallingen leiden en diagnoses vaststellen. Ze konden dit, vanwege het feit dat ze een radiozender hadden en via de techniek konden terugvallen op de hoofdpost, die door mij of door een verpleegkundige werd geleid.
Verder konden ze de hele dag om advies vragen door ons op te roepen via de radiosignalen. Er was een goed functionerend systeem. Op de buitenposten zaten de gezondheidsmedewerkers.
De radio stond de hele dag ‘open’. Voor gevallen die de verpleegkundigen en ik te moeilijk vonden, werd advies van de specialist in Paramaribo gevraagd en soms werd geadviseerd de patiënt naar Paramaribo over te vliegen.