Naar het zendingsveld
Ik ben met gemengde gevoelens naar het zendingsveld toe gegaan. Aan de ene kant verlangde ik ernaar om te gaan, maar aan de andere kant was ik toch een beetje bang om te gaan! Ik had angst voor het vreemde, het onzekere en ik vroeg me dingen af zoals ‘Waar ga ik naar toe?’, ‘Wat zal ik daar aantreffen?’, ‘Zal ik het aankunnen?’ Ik was een beetje onzeker van mezelf en ik vond het heel moeilijk om alles wat mij lief was te moeten achterlaten. Ik weet nog goed dat ik het afscheid erg moeilijk vond, want ik was nog nooit zo ver en voor zo'n lange tijd weggeweest van mijn familie en van mijn geboorteland.
Na mijn artsopleiding heb ik eerst wat assistentschappen gedaan om enige ervaring op te doen en ik had al eerder naar Rhodesia uitgezonden kunnen worden, het huidig Afrikaanse land Zimbabwe, maar ik voelde me toen nog te onervaren om te gaan. Ik solliciteerde niet bewust naar een zendingspost in Suriname. Ik had me aangemeld bij het Zendingsbureau van de Hervormde gemeente in Oegstgeest. Het Diakonessenhuis in Utrecht, dat achter de Diakonessenarbeid in Suriname stond, zocht een arts. Dat werd aan het Zendingsgenootschap in Zeist voorgelegd en Zeist heeft toen contact opgenomen met het Zendingsbureau in Oegstgeest. Zo werd ik aanvankelijk gevraagd om als arts voor het Diakonessenhuis in Paramaribo te komen werken. Maar dat heeft anders uitgepakt! Gelukkig, want ik wilde het liefst het binnenland in. Voor mezelf heb ik wel altijd gezegd, dat ik op het zendingsveld zou doen, waar ik voor gevraagd werd!