De geestelijke goudschaele
(1683)–Hendrik Rintjes– AuteursrechtvrijZijnde een versameling van een goedt getal uitgesochte geestelijke liedekens en psalmen
Stemme: Van den 42. PsalmLaet ons tot den Heere treden,
Met een vierig reyn gemoet,
Hem ontmoeten met gebeden,
Dat hy ‘t alderhooghste goet,
In ons hert en ziele stort,
En ons steeds tot deughden port,
Op dat wy nae ons vermogen,
Nae Godts Rijck gestadigh pogen.
2. Wie sijn ziele soeckt te spijsen,
Met Godts soet verquickent woort,
Sal ten leven nieuw verrijsen,
Dat hy brengt goe vruchten voort,
| |
[pagina 118]
| |
En hem sulcken spijs vergaert,
Dat voor eeuwigh wort bewaart,
Want die hier nae ‘t hemels streven,
Sal Godt namaals ‘t hemels geven.
3. ‘t Rijck der heem’len moetmen winnen,
En innemen met gewelt,
Hert en kracht ja alle sinnen,
Moeten daar toe zijn bestelt,
Dat men dringht door d’enghe poort,
Die hier tot Godts rijck behoort,
Moet den smallen wegh betreden,
Nau bepaalt door Christi seden.
4. ‘t Geloof met een vast vertrouwen,
Moet in ‘t herte zijn geprint,
Sal de Mensch op Christum bouwen,
En als Christus zijn gesint,
Want die Christi leer betracht,
Zijn van ‘t geestelijck geslacht,
Die uyt Godt zijn wederboren,
En tot Christi kerck behoren.
5. Christi Wet wilt vast aenkleven,
En sijn woorden gaede slaan,
Iae hem dienen al uw leeven,
En recht op sijn wegen gaan.
Dat gy noyt van ‘t pat af wijckt,
Noch in uwen loop beswijckt,
Maar getrouw blijft tot den eynde,
Noyt sal hy hem van u weynden.
6. Wilt gy Christum recht behagen,
Gy moet met oprechtigheyt,
Uw Kruys gansch gewillich draegen,
En tot lijden zijn bereyt,
Want die hier kloeckmoedigh strijt,
Overwint (met Godt) altijt,
| |
[pagina 119]
| |
Dat hy al sijn siels Vyanden,
Ondertreet en brenght te schanden.
7. Die hier in den loopbaan loopen,
En den schoonen prijs bekoomt,
Kn daar door onfeylbaar hoopen,
Dat hy naemaals onbeschroomt,
Aen des Rechters rechterhant,
Sal gestelt zijn: dat hem ‘t pant,
Van het eeuwigh saligh leeven,
Uyt genaeden wort gegeven.
|
|