De geestelijke goudschaele
(1683)–Hendrik Rintjes– AuteursrechtvrijZijnde een versameling van een goedt getal uitgesochte geestelijke liedekens en psalmen
Stemme: Van den 103. PsalmLoven laet ons den grooten Godt hier bovenGa naar margenoot+
Zijnde versaemt in sijn schoone voor-hovenGa naar margenoot+
| |
[pagina 116]
| |
Ga naar margenoot+Wy die nu hier voor hem verschenen zijn,
Ga naar margenoot+En vergadert in sijnen Heyl’ghen name,
Ga naar margenoot+Ons te vermaken door sijn woordt bequame,
Ghetreden voor sijn lieffelijcke aenschijn.
2. Wy bidden u Christe Gods Soon ghepresen,
Ga naar margenoot+Wilt doch nu ghy in ‘t midden van ons wesen
Ga naar margenoot+Om rechte te singhen reynight onsen mondt,
Ga naar margenoot+Op dat wy moghen alle Godts weldaden,
Ga naar margenoot+Rijcklijck bewesen aen ons uyt genaden,
Ga naar margenoot+Betrachten hem, prijsen van herten gront.
3. Eeren hem dien ons Schiep nae sijnen Beelde,
Ga naar margenoot+Het leven gaf en ons oock onderheelde,
Ga naar margenoot+Met aller nootdruft in dit aertsche landt,
Ga naar margenoot+En doen wy doot waren en oock verbonden,
Ga naar margenoot+Heeft hy ons sijnen lieven Soon ghesonden,
Ga naar margenoot+En helpt ons soo met sijnder rechterhandt.
4. So heeft hy ons wy die waren bedorven,
Ga naar margenoot+Met hem versoent, sijn lief kint is gestorven,
Ga naar margenoot+Sijn dierbaer bloedt heeft onse schult betaelt,
Ga naar margenoot+Dat ‘s uyt-ghestort en so voor ons vergoten,
Ga naar margenoot+Soo hebben wy sijner liefde ghenoten,
Ga naar margenoot+Die veer waren heeft hy nae by ghehaelt.
Ga naar margenoot+5. Het Evangely liet hy ons verklaren,
Ga naar margenoot+Beriep ons, doen wy heel verduystert waren,
Ga naar margenoot+Vertoonde hy ons sijn klaer heerlijck licht,
Ga naar margenoot+Door Christum gaet hy ons zonden vergeven,
Ga naar margenoot+Neemt ons aen tot sijn kinderen verheven,
Ga naar margenoot+Door sijnen Gheest hy ons daghelijckx sticht.
Ga naar margenoot+6. En daerom zy u lof en eer beraden,
Ga naar margenoot+Groot wonderlijck zijn u wercken en daden,
Ga naar margenoot+O Heere Godt ghy die Almachtigh zijt,
Ga naar margenoot+Gherecht ende waerachtigh zijn u wercken,
| |
[pagina 117]
| |
Ghy Koningh der Heylighen ende stercken,Ga naar margenoot+
Wie en soud’ u niet vreesen in dees tijdtGa naar margenoot+
7. Rijcklijck behoortmen uwen naem te prijsenGa naar margenoot+
Want ghy zijt alleen heyligh in ‘t bewijsen,Ga naar margenoot+
Daerom in uwe teghenwoordigheyt
wy om u desen lof te bringhen,Ga naar margenoot+
Van herten gront met desen onsen singhen,Ga naar margenoot+
Ontfanght het doch als een offer bereytGa naar margenoot+
8. Seer heylig, heylig, heylig vol van eere,Ga naar margenoot+
Zijt ghy o Godt, ghy Almachtighe Heere,Ga naar margenoot+
Ghy die waert zijt, en eeuwigh blijven sult,Ga naar margenoot+
Onderhout ons om met u te versamen,
O onse Godt laet dit doch worden AmenGa naar margenoot+
Door Iesum Christum ons bede vervultGa naar margenoot+
|
|