Stichtelijk sang-prieel, belommerd met het Hooge lied Salomons, ende andere heilige gesangen
(1686)–Wiete Ringers– Auteursrechtvrij
[pagina 232]
| |
[pagina 233]
| |
ken kleeden; En stellen ons met vlijt tot dank --- betoonen aan.
Ga naar margenoot(7) Wi sullen tot een toon van God te looven treeden;
Sijn goedertierenheid met vreugd uitbuld'ren gaan.
Ons' lippen sullen wi met lov-sang-klanken kleeden;
En stellen ons met vlijt tot dank-betoonen aan.
Wat sien wi d' Opper-vorst al goed aan ons besteeden!
Hoe voelt hem Israël met lievde-straalen slaan!
Hoe grondeloos is 't diep van sijn barmhertigheden!
Dies is 't ons' plicht staag reed tot dank-bewijste staan.
| |
[pagina 234]
| |
1 Pet: III. 18.
Christus heeft eens voor de sonden geleeden; hi rechtveerdig voor de onrechtveerdige: op dat hi ons tot God soude brengen; die wel gedoodet is in het vleesch; maar leevendig gemaakt door den Geest. |
|