Stichtelijk sang-prieel, belommerd met het Hooge lied Salomons, ende andere heilige gesangen
(1686)–Wiete Ringers– Auteursrechtvrij
[pagina 208]
| |
De CXXXIIIste psalm.
| |
[pagina 209]
| |
En koomt in 't baard gevloten.
Ga naar margenoot+ Hoe goed is 't, en hoe lievelijk?
Wat is t een soet vertoonen,
Dat broederen eendrachtelijk
In vreede t' saamen woonen?
Ga naar margenoot(2) Dat 's als het kostel oli-nat,
't Welk rijk'lijk uit-gegooten
Op 't hoofd Aarons, neder-spat
En koomt in 't baard gevloten:
Dat voorts vol geur al lager straalt
Tot op sijn kleeder-boorden
Ga naar margenoot(3) Als dauw is 't, die op Hermon daalt,
En Sions eed'le oorden.
Daar broeder-vreed gehuisvest leit,
Daar stapelt God sijn segen;
| |
[pagina 210]
| |
Het leeven tot in eeuwigheid
Dat wordt al daar verkreegen.
|
|