Stichtelijk sang-prieel, belommerd met het Hooge lied Salomons, ende andere heilige gesangen(1686)–Wiete Ringers– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina XXIX] [p. XXIX] Op 't Geestelijk en Geestrijk Sang-prieel van den Eerwaardigen, Godzaaligen en zeer Geleerden, Vitus Ringers, Ph. Doct. en getrouw Dienaar des Goddelijken Woords tot Ried. 't IS vrij, en goed; ja zoet te zingen: Maar meest van Geestelijke dingen: Gezang en Dicht is Heemel-gaav; Te eel, om in aardz' ydelheeden, Ten hoon des Geevers, te vertreden: Waard, datse weer ten Heemel draav. [pagina XXX] [p. XXX] Zoo zong Den Leyder der Hebreeuwen, En Jesse's Zaad, in voorig' eeuwen. Zoo zongen d' Eng'len eens; jaa zoo Sij noch met duisend zaal'ge Zielen, Voor Godes troon (al juigchend') knielen. Zoo zingt g' hier ook, Jong Heemel-boo, Den Zang der Zangen van den Wijsen, Ja Wijsten Vorst, op zoete wijsen, En hert verheugend Rijm en Maat; Hoe heusch (als Bruigom) d' Hemel-Koning Elk Ziel (als Bruid) troont tot sijn wooning, Met weerzijds zoete minne-praat. Hoe zomwijl wordt 't gezicht verhindert; En haar gemeenschap schijnt vermindert; Doch Liefd oneindig blijvt gevest. Och! mogt Gij all (door 't heuglijk hooren) De Jeugd met vreugd tot Deugd bekooren, Uw wensch, uw wit was 't, en haar Best; [pagina XXXI] [p. XXXI] Twijl deese, diep in zorg verzonken, En die, door 's werelds weelde dronken, Niet denken dan op lijvs geneugd: En nauw eens 't hoofd ten hemel heffen, Om zielen zoetheid te bezeffen; Veel min te zoeken d' hoogste vreugd. Dank heb dan Ringers; die uw' gaaven, Van God, gegunt niet gaat begraven; Maar 't Licht stelt op den kandelaar. Elk moet uw konst en yver loven: En wenschen voort dat God van boven Uw werken kroon', en loon' hier naar. gesteld door NICOLAUS JARICHIDES WIERINGA. Rien parfaid. Vorige Volgende