Volledige werken. Deel 2
(1884)–Theodoor van Rijswijck– Auteursrecht onbekend
[pagina 15]
| |
Balladen | |
[pagina 16]
| |
De eerste uitgave verscheen in 1843. | |
[pagina 17]
| |
BalladenVoorwoord.De Ballade, zoo men wil, is een gedicht dat, als meest alle de volksliederen en legenden, op eene of andere overlevering rust; zoo als de Meerschen en de Sagen by de Duitschers, en de Romancen by de zuider-volken, doch met dit verschil, dat zy zelden optreedt dan in een somberen tragedisch kleedsel, de sluijer slechts ten halven opgeligt, als ware het om den lezer tydig te treffen en hem over de verdere verborgenheden in napeinzing te doen vervallen. Dit geldt echter slechts tot zoo verre men de Balladen uit de Legende en de Romance wil onderscheiden, want allen zyn het dichterlyke verhalen, met dit verschil, dat zy volgens het karakter der natie, tot welkers geschiedenis zy behooren opgesteld zyn. Het woord en de zaek zyn ons uit de vroegste tyden herkomstig; doch eerst op het einde der vorige eeuw weder algemeen geworden, en uit den schuilhoek der vergetelheid teruggeroepen. Met eene ontzagwekkende houding trad zy over lied en lierzang, herder- en heldendicht, naer eene hoogere plaets, dan zy mogelyk nimmer voorheen bezeten had, terug. Vooral in Duitschland en Engeland hebben de dichters met veel belang de oude Balladen, als liederen door hunne voorouders gezongen, op nieuw in het licht gezet; naderhand heeft men gedichten van alle slag met den titel van Balladen alléén bestempeld, om aen het woord te believen, en de echte aerd dier dichtsoort verliep. Frankryk heeft er weinige opgeleverd; de schryver van een oud | |
[pagina 18]
| |
Dictionnaire de littérature, zegt: On ne fait plus guère aujourd'hui de Ballades, et je n'en suis pas surpris: la Ballade demande une grande naïveté dans le tour et dans la pensée, avec une extrême facilité de rimer. Ledeganck wil: dat er nog weinigen het geheim kennen om aen een droog verhael eene dichterlyke wending te geven, of eene gewoone daedzaek schilderachtig in te kleeden op eene manier die belang verwekt en de aendacht boeit.Ga naar voetnoot(1) Inderdaed die weinige goede Balladen die ons uit Frankryk toekomen, mogen niet monsteren tegen die massa Germaensche en Scandinavische meesterstukken. In het boekdeel dat ik myne landgenoten aenbied, en denkelyk niet onverschillig zal ontvangen worden, zal men dichtstukken aantreffen die ook tot den tak der Balladen niet hooren, doch de titel eens dichtbundels komt heden zelden met zyn inhoud overeen; echter ook doet het niets tot de zaek. Wat ik nu over eenige stukken in het byzonder nog aen wil merken, zal ik in eene aenteekening achter het boek laten volgen; voor wat den keus der onderwerpen, den vorm en kleur der zelven, de wyze van behandeling, enz., betreft, dit heb ik my alles naer willekeur zóó veroorloofd; het staet my voor dat Vondel ergens zegt: Poëten draven noode in voorgeschreven parken! antwerpen, 1 january 1843. |
|