30 september 1946
De vriendelijke blik, ‘vol liefde’, van een stervende, kunnen we eigenlijk niet verdragen. Aan deze zijde van het graf zou niet alleen Gods toorn, maar ook Gods liefde, onvermengd, ons verteren.
Ik ga steeds meer van mensen, steeds minder van boeken houden. Ieder boek moet rechtstreeks afgetapt zijn van het leven en alleen zo is een boek te verdragen.