werpen en stoffen voor gedichten, novellen, romans en drama's? Ja, maar wàt speurt men in al dit gebeuren? Zinloze verschrikking, bestialiteit, woeste zelfzucht hier en verwonderlijke opofferingsgezindheid daar? Hieruit zal geen literatuur ontstaan als dat levensgevoel geen levensaanvaarding insluit; als er niet een ideaal is, een overtuiging die goed en slecht durft noemen, die durft prijzen en veroordelen; als er geen geloof is.
Geen literatuur is zo decadent, of er is een toon van verzoening in. Ontgoocheling, ontaarding, pessimisme alléén kan geen literatuur voortbrengen. Het is de regenererende kracht die God in het mensenleven legt, die weer na oordelen en gerichten bezielt tot idealen. Zolang de wereld bestaat zal die regeneratie, op goede of valse basis, doorgaan. God laat tot het einde toe zijn zon schijnen over bozen en goeden en Hij regent over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.
God gaat daarbij heel eenvoudig en natuurlijk te werk. Er komt voortdurend nieuw, fris bloed. Het is de jeugd.
De jeugd en de literatuur. Zeker, de jeugd heeft deel aan dat nieuwe, leven-aanvaardende en leven-keurende gevoel, maar wordt dat niet maar in enkelen tot spraak? En zijn het van die enkelen niet maar enkele uitverkorenen, die zo bewerktuigd zijn dat ze van dat gevoel, van die gevoelens literaire kunst kunnen maken?
In zekere zin ja; in zekere zin neen. Waar gevoelens leven, worden zij tot spraak. Geen dichter spreekt uit zichzelf alleen; wie het probeerde, stierf af. Hoe sterker de saamhorigheid tussen individu en gemeenschap beseft wordt, des te meer kans is erop dat de spreker, de schrijver, de dichter de mond van zijn generatie wordt. Eén mond, maar de gehele mens, lichamelijk-geestelijk, spreekt er door.
Jeugd van Nederland: de literatuur van uw generatie is uw zaak. Het is niet maar een aangelegenheid van dode auteurs, ouderwetse boeken, examenopgaven, boekenlijstjes, parafrases van gedichten. Hier is iets aan de hand waarmee ge te maken hebt. Ze is er nog niet, de literatuur van na de oorlog en toch, ze is er wel. In u leeft ze. Gij helpt ze maken, in uw leven, door uw leven, door uw levenshouding. Ze zal niet beter kunnen zijn dan gij zijt. Wees dan een goede literatuur waard; heb geloof, aanvaard het leven, om Gods wil, om Christus' wil.
We hebben goede dingen van de tachtiger beweging gezien; zal er wel in Holland een culturele vernieuwing kunnen komen die niet daarop teruggrijpt en zichzelf daarin her-