't ware zelf even snel gaan als de tijd, zodat door de ‘gelijke’ snelheid het verschil in snelheid illusoir wegvalt, zoeken ze ontkoming aan de onvermijdelijke dualiteit van ons aards bestaan.
De rust is niet hier, we moeten ertoe ingaan. Eeuwige rust, niet zozeer een rust zonder einde, als een rust die een eeuwigheid diep is. Hier is ze een half uur diep, maar dat halve uur is dan ook een geschenk van de oktoberzon. De einden van Gods barmhartigheid. Als een later geborene deze regels leest en nog kan nagaan hoe mijn hand zich daarbij heeft bewogen, zal ik reeds zalig zijn.
Het Christus tegemoet gevoerd worden van de laatste overlevenden is ‘slechts’ een exponent van de snelheid waarmee de tijd ons Hem tegemoetvoert. Ons een kleine verdrukking met de dood; hun een grote verdrukking zonder de dood.
Men moet niet bang zijn dergelijke stille hoge ogenblikken rustig te genieten uit vrees voor terugval, dreigende druk enzovoort. Achter de reacties komt God.