Twe-en-twintigste tooneel.
Fredrik, Reinhart, Margreet, Johanna, Jannetje, Wouter.
GY ziet, Juffrouw, hoe edelmoedig ik uw Liefste handel: daar hy my zoo heeft bedroogen.
Zoo haastig niet, Juffrouw, hy ziet nu uit andre oogen.
De zaak is licht te herstellen: 'k zal de Crediteurs voort maken bekend,
Dat hy ze altemaal zal betalen, eer dit Jaar volend;
En dat wy beyden ons daar voor als Borgen verplichten;
Doch met dat beding, dat zy dan den Boedel voort van de Kamer zullen lichten.