De hedendaagsche bankroetier achterhaalt(ca. 1713)–Frans Rijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Achtste tooneel. Fredrik, Margreet, Johanna, Wouter. Wouter. NA 'k gehoord heb, Patroon, zal je zoo aanstonds vertrekken moeten; Zoo als ik na 't Posthuis ging, ontmoette my de knecht van Pierre le Pont, Die me in confidentie zei, dat zyn Meester ordre had gekreegen uit de Zont, Om je, wegens die Wisselbrief, die je met protest van non betaaling liet keeren, Terstond by de kop te vatten, en naar rechten, tegens je te procedeeren. [pagina 33] [p. 33] Fredrik. Is dat waar, Wouter? die ordre, dunkt me, komt al wat subiet. Maar daar is niet aan gelegen; want permissie van den Officier heeft hy noch niet; Zoo dat men my in 't eerste uur noch niet zal zoeken. Kryg jy maar voort het geld, dat 'er noch is, en pak dat met de origineele boeken In 't kisje, dat 'er op 't kantoor staat, achter de deur, En breng het dan, onder je mantel, by Wolfardus, den Solliciteur. Wouter. 't Is wel, Patroon. Fredrik. Zeg, dat ik, volgens afspraak, by ons genomen, Binnen den tyd van een half uur, tot zynent zal komen. Vorige Volgende