seerde infrastructuur was aanzienlijk urbaner en mobieler dan het vooroorlogse. De naoorlogse ‘industriële revolutie’ begon in de jaren vijftig een economische groei te genereren, die zich in de ogen van de werknemers steeds minder verdroeg met de gematigdheid, de zelfbeheersing en de opofferingsgezindheid die regering, werkgevers, maar ook hun eigen belangenbehartigers aanhoudend van hen vroegen. Het keurslijf waarin hun groeiende aspiraties geperst werden, maakte zich voelbaar in onderhuidse frustraties, de sinds 1959 neergaande lijn van de sociaal-democratie en het ledenverlies van de vakbonden.
Wie de beelden van deze twee Nederlanden over elkaar heen legt, valt op hoe uiterst precair en delicaat de balans tussen traditie en moderniteit aan het einde van de jaren vijftig is. De voorgevel van het huis staat nog stevig overeind en lijkt volkomen intact, maar ondertussen zijn de fundamenten flink aan het verzakken, zitten in de achtermuur scheuren en vreet de rot in het houtwerk.
Vanaf 1960 steekt een storm op rond dit reeds sterk ondermijnde huis. Nieuwe krachten brengen flinke schade toe, maar zij konden dat omdat het huis reeds in een vervallen staat verkeerde. Die nieuwe krachten worden gevormd door een spreiding van de welvaart en als gevolg daarvan een snelle verbreiding van consumptieartikelen met een diepgaande invloed op de levensstijl van miljoenen gewone Nederlanders: televisies en auto's, respectievelijk verantwoordelijk voor revoluties in communicatie en mobiliteit. Ook nieuw is de groei van het vrije-tijdsdomein, die door de werknemers gelijktijdig met de inkomensstijging afgedwongen wordt. En met de toegenomen financiële mogelijkheden kan men die nieuwe vrije tijd ook anders invullen dan tot dusver: met televisiekijken, uitstapjes en vakanties per bromfiets of auto, op de hoek van de straat hangend luisteren naar rock ‘n’ roll- muziek via transistorradio's, of door middel van grammofoonplaten op de nieuw aangeschafte pick-up. En de vrijwel onzichtbaar gegroeide veranderingen in het seksuele gedragspatroon mogen zich nu verheugen in een toenemende permissiviteit en de nieuwe contraconceptieve mogelijkheden die de pil biedt.
Die nieuwe krachten bliezen de vermolmde luiken van het huis open, lieten vrijwel niets van het oude meubilair op z'n plaats en woeien vreemde dingen van buiten naar binnen. En tot overmaat van ramp kregen op hetzelfde moment de bewoners van het huis ruzie met elkaar. De kinderen besloten de bouwval te verlaten en de wijde wereld in te trekken, hun ouders raapten nieuwsgierig de nieuwe, vreemde