Liedjes voor kinderen (1781)–Hendrik Riemsnijder– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 66] [p. 66] Het vogelnestje. Wys: Viens Jeannette, sur l'herbette. Ha! dat lukt nu! Vinkjes, 'k heb u! Hier is 't nest. 'k Heb eindlyk u verrast! Schoon gy spartelt, En u martelt, 't Is vergeefsch; ik houde u al te vast. Maar, hoe klaagend, Hygend, jaagend; Tjilpt en zwerft het oud'ren paar nu rond! 't Schynt me ontferming af te smeeken! Zoude ik hen van hoop versteeken? Voelde ik niet vaak blydschap kweeken Door hun' zang, als ik me eens hier bevond? (bis.) [pagina 67] [p. 67] Tot belooning Stoor 'k hunn' woning, Door hen zelf van mos en stroo gebouwt, En waar toe ik (Ach, wat doe ik!) Nooit iets gaf!.. 'k voel dat het my berouwt. Welk een' smarte Trof ons 't Harte Wierdt ik ook myne Oud'ren eens ontrooft! Neen; daar hebt ge uw' jongen weder, Lieve zangers! daal nu neder; Eerlang word my, zagt en teder, Hun gezang, met u verëent, belooft. (bis.) Vorige Volgende