Liedjes voor kinderen (1781)–Hendrik Riemsnijder– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 62] [p. 62] De morgenstond. Wys: Lubin, pour me prévenir. Of: Daar Lubyn my dienst doen kan. Welkom, schoone morgenstond! o Wat zyt gy heerlyk! Alles, alles, in het rond, Toondt zig onwaardeerlyk. Welken wellust, wat vermaak Blyft voor my verborgen, Als ik niet by tyds ontwaak Met den blyden morgen! Alles wat myn oog beschouwt Streelt me aan alle kanten: Duin en heuvel blinkt van goud, 't Gras van diamanten. 't Schel gezang in woud en lucht Schynt u bly te danken; Dal, en akker, en gehucht Vangen all' die klanken. [pagina 63] [p. 63] Brasser, log door overdaad, Wilt vry vadzig gaapen, En, daar gy u zelven haat, 't Zoetst vermaak verslaapen; Blyf onkundig, wat al schoon, Welk een' pracht, wat luister, De ochtendstond nu spreidt ten toon; Ronk in somber duister! Ik wil ondertusschen my Peinzend hier vermaaken, En de zoete lekkerny Dier verrukking smaaken. - Is ons reeds op 't aardsche dal Zoo veel vreugd beschooren, O, wat heil, wat wellust zal Namaals ons bekooren! Vorige Volgende