Liedjes voor kinderen (1781)–Hendrik Riemsnijder– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] De arme man. Wys: Oui, je l'aime pour jamais. Of: Ja, ik min hem voor altyd. DE ZUSTER. 'k Bid u, laat ons heenen gaan; Kyk dien beed'laar toch niet aan. (bis.) Hoe verhongert staat zyn wezen! 't Dor geraamte doet my vreezen! Neen; het walgt my hem te zien. (bis.) Kan het geschieden, Dat gy aan lieden Zoo veracht, kunt aandagt biên? (bis.) DE BROEDER. Neen, ik zal hem niet ontvliên; 'k wil al zyne elende zien. (bis.) Die de elend niet leert bevatten Kan ook nooit naar waarde schatten. Het geluk, 't welk hy geniet, (bis.) Noch daar voor loven Hem, die van boven Dat geluk hem gunstig biedt. (bis.) Vorige Volgende