Liedjes voor kinderen (1781)–Hendrik Riemsnijder– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] De kraai en de nachtegaal. Wys: La lumiére la plus pure. Kleine schreeuwert! 'k zou wel wenschen (Sprak tot Filomeel de Kraai:) Dat ik wist, waarom den menschen Uw gezang toch schynt zoo fraai? Gy zwygt dikwyls: ik daartegen Doe staâg hooren myn geklap, En ik kan geen mensch bewegen Om te pryzen myn gesnap! Is 't alleen te doen met praaten? (Zei hierop de Nachtegaal:) Die zig altyd hooren laaten, Voeren meest een' zotte taal. Gy weet niet van pas te zwygen, Maar relt stadig éénen toon; En dit kan geen lof verkrygen, Niemand vindt uw' klanken schoon. Vorige Volgende