Liedjes voor kinderen (1781)–Hendrik Riemsnijder– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] De musch en het tortelduifje. Wys: J'étois gisant à eette place. Een wufte musch, die hupp'lend pikte, Zag eens een Tortelduifje, en sprak: De mensch is dwaas; waarom beschikte Hy u meer voorrecht, meer gemak? Gy word gevoedt, ik word verdreven; En evenwel, beken het vry, Dat ik, veel listiger dan gy, Meer vrolykheid bezit en leven. (bis.) Dat komt, (liet zig het duifje hooren:) Om dat ge een stouten roover zyt. Ik neem alleen 't geen me is beschooren, En krenk den mensch in goed noch vlyt. Zy, die hunn' waaren pligt niet kenden, Zyn nimmermeer bemind geweest. Wat voordeel geeft vernuft en geest Als men 't niet nuttig aan wil wenden? (bis.) Vorige Volgende