heijl gevaren hebbende een ijder wat van sigh selven heefft, dat so bij mesnagie van schaffdagen connen aenspreecken ende nuttigen waerdoor dan in tijt van noot noch veel sou konnen uijtgenomen worden. daer nu in desen onsen desolaten staet geen occasie in is, dat ernst te beclagen sij, soo ten aensien van ons bijna noijt gehoorde sueckelinge, als wel ten principaelsten oogmerck nemende op het over costelijcke capitael op desen boodem geladen, bij welckers retardement de generale compe groot nadeel compt te lijden, maer noch grooteren, jae, irreparrable schade sou genieten, bij aldien (door necessiteijt onmachtig waren op zee wesende) het schip ter gedestineerde haven te voeren. soodat in desen gevalle (als men ordinarij in saecke van gewicht spreeckt) het swaerste het meeste wegen moet aen Comps dienaren op dit schip bescheijden wesende (als niet vreempt en wel aff te meten is) hartelijck verlangende om in 't lieve vaderlandt te wesen, en d' ontwijffelijcke eer te genieten van naer een extreme seevaere reijse, noch een schip ter behoude haven gebracht te hebben dat van sommige al verlooren gesz: en waeraen ons gebiedende Heeren soo veel ten besten van haeren staet gelegen is maer sijn op 't hooghste om de g'allegeerde redenen difficulteerende het schip op die provisie over te konnen voeren, hoewel als schuldige dienaren nevens de minste overbodigh sijn, soo soober te erneren als jmmers mogel: is, opdat de generale staet van onse hooghgeachte heeren meesters door particulieren insighten, doch geen hinder compt te lijden, gel: dan bereijt sijn (soo 't behoort) als onderdanige dienaren de reijse in godes naeme te aenvaerden als maer soodanich geprovideert werden (is't mogel:) dat maer eenighsints met vlesch ende speck voor vijff maenden konnen strecken, onaengesien dat van meest alle andre behoeffticheden (excepto rijs als een hooch noodig werck en daervan genoegen hebben) ontbloot souden wesen, sijnde geen kleen
middel om tot onse gewenste vojagie te geraken, dat den heer Commandeur Riebeeck, door sijn E. authoriteijt uijt het schip 't slot van hooningen sulcx van vlees ende speck aen ons dede overgeven als men seecker genoech weet dat hetselve can missen, om daermede het mancquerende binnen ons boort te supleren, en in sulcker maniere (als wesende meest van gelijck getal volcq maer honingen noch eer minder als op dit schip voorsien, oocq gelijck gedeelte provisien te moge hebben, Want dat schip op Mauritius geweest sijnde aldaer deftigh heefft vervarst, buijten dat soo heerel: door 't geluckige arrivement van. 't Hoff van Zeelant aen dat eijlant met diverse nootsaeckelijckheden is versien geworden, soo als d' E. Hooge Regeringe van India, sonder twijffel door 't rapport van gem: hoff van Zeelandts hooffden is bewust, en oock schrijven 't selve wel versien te wesen, hoewel op hooningen van eenige noch al soberheijt gemouveert wert, maer respect nemende op 't costelijcke capitael binnen dit schip dat veelgem: honingen verre excedeert, sustineren (onder correctie)