Huys-gesangen
(1658)–Franciscus Ridderus– Auteursrechtvrij
[pagina 12]
| |
Stemme: psalm 40. Na dat ick langen tijdt hadde &c.
ASa heeft 'tvolck seer wel gereformeert
Doe wiert Jerobeams Huys vernielt.
Asa heeft veel mooren ontzielt.
En Zimri is van Omri overheert.
Hy bouwd' de Stadt Samaria.
Hy liedt zijn Soone Achab na.
Juda hadt Josaphat.
Die heeft Gods dienst geset
Volkomen na Gods wet.
Gods wet kreegh yder stadt.
2. 'tGodloos bedrijf in Israels gebiedt.
Ontstont door Achabs godtloosheyt.
Godt heeft zijn straffe oock bereydt.
In langen tijt en regende het niet.
De dranck begon t'ontbreecken,
Elias is geweecken,
Een raeven en een vrouw
Onderhielden Gods Man.
Doe moster Baal an
Gods Man was Godt getrouw.
3. De Syrier quam aen met groote macht
Maer Achab dreef hem op de vlucht:
Benhadad voor zijn lijf beducht
Wiert met Achab tot vrede weer gebracht.
Achab trock weer ten strijde:
Josaphat aen zijn zijde:
Hem trof ter doot een pijl.
Het heyr laeft Eliza.
Hy gaet Elias nae:
Die opvoer onderwijl.
(p. 13} |
|