Dagelyckse huys-catechisatie
(1700)–Franciscus Ridderus– Auteursrechtvrij
[pagina 442]
| |
a. Vr.Wie is Koning geweest over Juda na de dood van Abia? Ant. De Godsalige Asa, die een-en-veertig jaer heeft geregeert; wech doende de schand-jongens, en de afgoderye: Hy settede sijn Moeder Maacha af van de regeringe om haer afgoderye, ende verbrande haren grouwelijken Afgod, 1 Reg. 14.2. Asa dede dat goed was, en dat recht was in de oogen des Heeren sijnes Gods. | |
c. Vr.Hoe stond het doe in het Koningrijke van Israel? Ant. Nadab, Jerobeams sone, was Koning geworden by het leven van sijn Vader: maer als hy Gibbethon, een stad der Philistijnen belegerde, soo heeft Baesa hem gedood, en sig tot Koning opwerpende, heeft hy volgens Gods voorsegginge, het gantsche huys Jerobeams uyt-geroeyt: dog dewijle hy de Kalver-dienst nawandelde, heeft hem de Propheet Jehu aengeseyd, dat hy en sijn gantsche Huys ook souden werden uyt-geroeyt, 1 Reg. 15.29. Baesa sloeg het gantsche Huis Jerobeams, hy liet niet over dat adem hadde, 1 Reg. 16.2. | |
c. Vr.Heeft Asa geen andere Vyanden gehad als Baesa? Antw. Ja hy: want Serah de Moor quam tegen hem ten strijde met duysent-mael duysent mannen, en met drie hondert Wagenen, dewelke Asa, God om hulpe aenroepende, geheel geslagen heeft, en bragt een groten buyt te Jerusalem, 2 Chron. 14.12. De Heere plaegde de Moren voor Asa, 2 Chron. 14.9, 10. | |
b. Vr.Wat dankbaerheyd bewees Asa voor dese Victorie? Ant. Gesterkt zijnde door de Prophete Obed, heeft hy het geheele Land van de afgoderye gesuyvert; ook heeft hy het Verbond met God vernieuwt, en heeft van den buyt op-geoffert seven hondert runderen, en seven duysent schapen, 2 Chron. 15.13. Al die den Heere God niet souden soeken, die souden gedood werden, van den kleinen tot den groten: van de Man tot de Vrouwe, 2 Chron. 15.8, 11. | |
b. Vr.Hoe stond het tusschen Asa en tusschen Baesa den Coning Israels? Ant. Als Baesa besig was met de stad Rama te verstercken, om te verhinderen dat niemand tot den Coning Asa soude uyt of ingaen, so heeft Asa de Syriers gehuert, op datse haer Verbond met Baesa souden verbreken, haer gevende al de schatten van den Tempel, en van dese Conings Huis; 't welk Benhadad de Coning van Syrien doende, so heeft Asa de stad Rama afgebroken, en al | |
[pagina 443]
| |
de steenen wech doen dragen; Waer over bestraft zijnde van de Propheet Hannani, so heeft hy hem gevangen geset, en heeft ook eenige van het Volk onderdrukt, 2 Chron. 16.1. Sy droegen weg de steenen van Rama, 2 Chron. 16.2, 6, 7. | |
c. Vr.Wie is na Baesa Koning geweest in Israel? Ant. Na hem wierd sijn sone Ela Koning, dewelke sig dronken drinkende, na dat hy maer twee jaren had geregeert, is van sijn knegt Zimeri gedood, en sijn gantsche Huys, volgens Gods dreigement, is uyt-geroeyt, 1 Reg. 16.10. Zimri de Overste van de helft der Wagenen, sloeg hem, 1 Reg. 16.7, 8. | |
a. Vr.Is Zimri lange Koning gebleven? Antw. Neen hy, want het Leger voor Gibbethon heeft haer Veld-overste Omri, Koning gemaekt, dewelke Zimri, met sijn gantsche Huys, na dat hy seven dagen had geregeert, heeft gedood: sommige volgden eenen Tibni, maer de zijde van Omri was de sterkste, 1 Reg. 16.16. Gantsch Israel maekte Omri tot Koning, 1 Reg. 16.21. | |
c. Vr.Heeft Omri niet bysonders uyt-geregt? Antw. Hy heeft den berg Samaria van Semer gekocht voor twee talenten silver, waer op hy de Koninglijke stad Samaria heeft gebouwt: zijnde groter Afgoden-dienaer als Jerobeam was geweest, 1 Reg. 15.25. Hy dede erger dan alle die voor hem geweest waren, 1 Reg. 16.24. | |
a. Vr.Hoe hebben het sijn Na-saten gemaekt? Antw. Sijn soon Achab is hem in de regeringe gevolgt, twee-en-twintig jaren Koning zijnde, dewelke een godloos mensche was, gelijk ook sijn Vrouw Jesabel, dogter van de Koning der Sydoniers: Hy diende Baal, den God van Sydon, opentlijk te Samaria, 1 Reg. 16.32. Hy rigtede Baal een Altaer op, 1 Reg. 16.31, 33. | |
b. Vr.Is 'er in sijn dagen niet wat bysonders te Jericho gebeurt? Ant. Ja het: want Hiel heeft Jericho herbouwt, met verlies van sijn oudste soon, doe hy de gronden leyde: en van sijn jongste soon, doe hy de poorten stelde, en dat volgens de prophetie van Josua, 't welk nu al drie hondert een-en-vijftig jaren geleden was, 1 Reg. 16.34. In sijne dagen bouwde Hiel de Bethlemiter Jericho, Jos. 6.26. | |
c. Vr.Wie was doe Koning in Juda? Ant. Na dat Asa veertig jaer had geregeert, en door een krankheid aen de voeten (waer in hy meer de Medecijn-meesters sogt als God) gestorven is, so is sijn sone Josaphat Koning geworden: zijnde een seer godsalig man, oud vijf-en-dertig jaren, ende | |
[pagina 444]
| |
heeft vijf-en-twintig jaren geregeert, 1 Reg. 22.4. Josaphat werd Koning, de Sone van Asa, 2 Chron. 16.12. | |
c. Vr.Wat heeft Josaphat uyt-geregt? Ant. Hy heeft de Gods-dienst, en de geregtigheid gehand-haeft en herstelt, wech doende de schand-jongens, dog de Altaren bleven nog wat staen: Hy heeft sijn Vorsten ende Leviten door alle Steden gesonden met het Wet-boek Gods, om het Volk te leeren; Oock heeft hy met Achab vrede gemaekt, en heeft voor sijn Rijcke eenige Schat-steden gebouwt, 1 Reg. 22.43. Hy dede dat regt was in de oogen des Heeren, 1 Reg. 22.44, 45. 2 Chron. 17.7, 12.18. | |
a. Vr.Is Achab in sijn godloosheid van niemand bestraft? Ant. Ja hy: want God heeft de Propheet Elias tot hem gesonden, die hem voorseide een droogte van drie jaer, en ses maenden, 1 Reg. 17.1. Elias seide, dauw nog regen en salder niet zijn anders dan na mijn woord, Luc. 4.25. | |
b. Vr.Hoe maekte het Elias in dese hongers-nood? Ant. God onderhield hem aen de Beke Krith, daer uyt hy dronk, en de Ravens bragten hem des morgens en des avonds, vleesch en brood: dog dese Beke zijnde uyt-gedroogt, is hy na Zarepta gegaen, en aldaer de leste hand vol Meel, en de Olye van een Weduwe gezegent zijnde, is hy by haer onderhouden, en heeft haer gestorven sone levendig gemaekt, 1 Reg. 17.14. Hy seide, het meel van de kruike en sal niet verteert worden, 1 Reg. 17.4, 5, 12. | |
c. Vr.Hoe ging dit toe met die Weduwe die Elias spijse gaf? Ant. Als Elias aen de poorte quam van de stad Zarphat, soo sag hy een Weduwe hout rapen: Hy eischte van haer wat drinken; als sy hem drinken gebragt hadde, soo eischte hy een bete broods: Dog als dese Weduwe seyde, datse nog maer een hand vol Meels hadde, en datse wat houtjes sogt, om daer van voor haer en voor haer sone een koeke te backen, om dit nog te eeten, en dan van honger te sterven: so eyschte Elias dese koeke voor hem selven, met belofte, dat sy geen gebrek soude hebben: 't welk als de Vrouwe dede, soo gaf God soo een zegen in haer Meel en Olye flessche, dat die niet ophielden, maer dat sy daer van voorts leefden, 1 Reg. 17.9, 10 etc. | |
c. Vr.Wat dankbaerheid bewees Elias haer meer? Ant. Als haer sone krank wierd, en gestorven was, waer over dese Weduwe seer bedroeft was, soo bad Elias den Heere, ende hy maekte het kint wederom levendig, 1 Reg. 17.18, etc. | |
c. Vr.Hoe heeft sig Elias tegen de Priesters Baals gedragen? Antw. In het vierde jaer van de droogte, heeft Elias met de Baals-Priesters, en met het volk een beding gemaekt, dat yder | |
[pagina 445]
| |
een stier soude offeren, geen vyer daer by doende, en de God die met vyer verhooren soude, die soude voor de ware God erkend worden: de Priesters Baals schreeuwden den gantschen dag tot Baal, en sneeden sig met messen, dog Baal sond geen vyer op haer offer: Elias liet eerst veel water gieten op sijn offer, en als hy God bad, soo quam het vyer van den Hemel, ende verteerde alles, ook het water, 1 Reg. 18.38. Het vyer des Heeren viel van den Hemel, 1 Reg. 18.23, 25, 26, 30. | |
b. Vr.Wat is hier op gevolgt? Antw. Het vok dit siende, heeft op Elias bevel, alle de Priesters en Propheten van Baal, zijnde agt hondert en t' seventig in getal, gevoert na de Beke Kison, en haer aldaer geslagt. Oock heeft God op dien dag regen gegeven; maer Jesabel de Koninginne is soo vergramt geworden, datse Elias de dood zwoer, 1 Reg. 18. vs. 40. Elias seide, grijpt de Propheten Baals dat niemand van hen en ontkome, 1 Reg. 18.44. 1 Reg. 19.2. | |
a. Vr.Is Elias in handen van Jesabel gevallen? Ant. Neen hy: maer vlugtende na de Woestijne Barzebah, is hy gespijst van een Engel, waer op hy veertig dagen reysden, en daer van daen gaende na Horeb, heeft de Heere verschijnende in een sagte stilte, hem belast dat hy Eliza in sijn plaetse tot Propheet soude salven; en ook dat hy Hazaël tot Koning over Syrien salven soude, en Jehu tot Koning over Israel, gelijk hy gedaen heeft, 1 Reg. 19.10. Het woord des Heeren geschiede tot Elia, 1 Reg. 19. verss. 5, 15, 16, 20, 21. | |
c. Vr.Hoe heeft het Achab met den Oorlog gemaekt? Ant. Benhadad, de Koning van Syrien, belegerde Samaria met twee en dertig Koningen: maer afgeslagen zijnde, quam hy het naeste jaer wederom, en meinde Israel op het vlacke veld te bevegten, denkende dat Israels God maer een God was van de Bergen: Achab heeft hondert duysent Syriers geslagen, de overige seven-en-twintig duysent zijn met Benhadad na Aphek gevloden, alwaer de Stadts-muer op haer gevallen is; Benhadad vlugtende van kamer tot kamer, en eindelijk gevonden zijnde, heeft om vrede gebeden, die Achab hem gaf, waer over God seer vertoornt was op Achab, 1 Reg. 20.29. De kinderen Israels sloegen de Syriers, 1 Reg. 20.3, 16, 42. | |
c. Vr.Heeft Achab regtveerdiglijk geregeert onder sijn Onderdanen? Antw. Neen hy: Want hy heeft door list van sijn Vrouw, die Naboth valschelijk dede beschuldigen, Naboth met sijne sonen gedood, en sig also Meester gemaekt van Naboths Wijnberg: | |
[pagina 446]
| |
Waerom God hem gedreygt heeft, dat de honden sijn bloed op Naboths Acker, souden lecken, en datse Jesabel souden op-eten 1 Reg. 21.23. Sy steenigden Naboth, 1 Reg. 21.6., 21, 23. | |
b. Vr.Hoe ging dit toe, met het vermoorden van Naboth? Antw. Als Achab door gramschap siek te bedde viel, om dat hy van Naboth den Wijnberg niet en konde bekomen: so quam Jesabel en bekeef den Koning, dat hy so kleinhertig was: sy schreef brieven in des Konings naem aen de Overste van Naboths stad, en belaste dat men valsche getuygen soude setten tegen hem, die hem beschuldigden, dat hy den Koning hadde gelastert; en also is Naboth, als of hy een Lasteraer was, gesteenigt, 1 Reg. 21. | |
b. Vra.Wie is na Achab Koning geweest? Ant. By Achabs leven, is sijn soon Ahazia Koning geworden; dog also hy door de tralie zijnde gevallen, Beelzebub, den God te Ekron om raed vraegde, is hem door Elias (verscheyde-mael ontboden door sijn Capiteynen, die Elias dode door Hemels vyer) de dood aengeseyd: Na hem is Joram sijn Broeder Koning geweest met sijn Vader Achab, 2 Reg. 1.2. Ahaza viel door een tralie, 2 Reg. 1.12, 17. | |
c. Vr.Heeft Achab geen andere oorlogen gevoert tegen Benhadad? Antw. Ja hy: want hy nam voor tegen Ramoth in Gilead op te trecken, waer toe hy Josaphat, die Athelia, de dogter van Omri nu getrouwt had aen sijn soon, ook beweegde: niet tegenstaende dat de Prophete Micha een quade uitkomst vertoonde: dogh de valsche Propheten wierden gelooft, die de Victorie toe-seiden, 1 Reg. 22.4. Achab seyde tot Josaphat, sult gy met my optrecken in den strijd? 1 Reg. 22.12, 28. | |
b. Vr.Hoe is desen strijd af-gelopen? Antw. Israel is geslagen: Josaphat is in groot gevaer van sijn leven geweest, dewijle de Syriers op hem aenvielen meinende dat het Achab was: Achab is getroffen en gedood door een pijl, die een Soldaet in het wilde so henen schoot: en als men sijn Wagen wiesch, so lekten de honden sijn bloed, 1 Reg. 22.37. Also sterf de Koning Achab, 1 Reg. 22.31, 34. | |
c. Vr.Had Josaphat wel gedaen, dat hy hem selven soo met Achab voegde? Ant. Neen hy, want de Propheet Jehu heeft hem hier over bestraft: Gelijk ook, als hy schepen meinde te senden na Ophir om goud, so wierd de Vloot geruineert, 1 Reg. 22.49. De schepen werden gebroken, 2 Chron. 19.2. | |
c. Vr.Wat Oorlogen heeft Josaphat gevoert? Ant. Als de Moabiten en Ammoniten met een grote menigte te- | |
[pagina 447]
| |
gen hem quamen, heeft hy door vasten en bidden tot God so veel bekomen, dat die Vyanden op malkanderen zijn aengevallen, en datse so malkanderen hebben vernielt, 2 Chron. 20.23. Sy hielpen d' een den anderen ten verderve, 2 Chron. 20.2, 6, 18, 19. | |
b. Vr.Heeft hy selve daer na de Moabiten niet bestreden? Antw. Hy liet sig van Joram, de Koning in Israel, en van den Koning in Edom, bewegen, om gesamentlijk tegen de Moabiten op te trecken, die van Joram waren af-gevallen: In welken optocht haer Leger van dorst soude gestorven hebben, 't en ware Eliza voor haer water had bekomen: sy hebben het Land der Moabiten ingenomen, 2 Reg. 3.24. Sy quamen in het Land, slaende de Moabiten, 1 Reg. 3.7, 10, 14, 23. | |
c. Vr.Hoe dede Eliza water komen? Ant. Na dat hy betuygde dat hy dit niet soude doen om Joram, nog om de Koning der Edomiten, maer dat hy dit dede om Josaphats wille:soo gebood hy dat men hem een speelman soude doen komen, als die speelde so wierd de Geest van Eliza vaerdig, en so God biddende, quam veel water op 't veld, 't welk root scheen te zijn in d' oogen der Moabiten, die daerom meynende dat het bloed was, en dat die Koningen malkander verslagen hadden, zijn aengekomen om den buyd te roven: maer doe wierden sy selve geslagen, 2 Reg. 3. | |
c. Vr.Waer was Elias op dese tijd? Antw. Elias was nu in den Hemel op-genomen: Hy was met Eliza uyt-gegaen over de Jordane daer hy de wateren deylde, en op het droge door-ging, en so na Jericho gaende, is hem een vierige Wagen ontmoet, die hem levendig na den Hemel opnam, latende op Eliza sijn Geest, en sijn Mantel, die Eliza opnam, en wierd voor een Propheet erkend, gelijk hy tot teyken daer van, het ondrinkelijke water gesont maekte, 2 Reg. 2.11. Also voer Elias met een onweder ten Hemel, 2 Reg. 2.4, 15, 31. | |
b. Vr.Wie was na Josaphat Koning in Juda? Antw. Joram, de soon van Josaphat was by het leven van sijn Vader Koning geworden, maer hy leefde godlooslijk, en dwong het Volk tot de afgoderye van de Koningen Israels, dewijle hy de Dogter van Achab getrouwt hadde: Hij doode sijne Broederen, 2 Reg. 8.18. Hy wandelde op den weg der Koningen Israëls, gelijk als het Huis Achabs dede, 2 Chron. 21.6, 11, 20. |
|