Vreugde-Bergh, bestaende in ziel-suchten, bruylofts-gesangen, en stightelijke vermakelijkheden (eerste deel)
(1661)–Cornelis Rhijnenburgh– Auteursrechtvrij
[pagina 57]
| |
Stem: Neraea schoonst’ van u geburen.1. Myn Ziele wilt doch niet beminnen
Een leven dat soo haast vergaat:
Maar tracht daar na met hert en sinnen
Dat eeuwigh duert, en vast bestaat.
2. Dit leven is een daag’lijcx sterven,
En wort van aanbegin beschreyt,
Dit leven is een stadigh swerven
Vol ongemak en swarigheyt.
3. Klimt henen op door soet verlanggen:
| |
[pagina 58]
| |
Daar nimmermeer de Ieucht veroudt,
Geen eynd’ en is van heyl’ge Sanggen,
En daar de vreught niet op en houdt.
4. Indien u schoonheyt kan vermaken,
Daar salse zijn gantsch sonder vlek:
Soo dat geen leedt haar roodt sal schaken,
In eeuwigheyt vry van gebrek.
5. Daar sullen sy, die nu gaan quijnen
En suchten onder ’t heylsaam kruys,
Gelijk de Son seer heerlijk schijnen,
En blinkken in des Hemels Huys.
6. Al wat ghy wenscht of kondt bedenkken,
Dat sal daar zijn in overvloet:
| |
[pagina 59]
| |
Want Godt die sal de sijne drenkken
Met beken der wellusten soet.
7. Onmog’lijk is om uyt te spreekken
De vreuchde die daar wesen sal,
Het goede sal haar noyt ontbreekken
Door hem die alles is in al.
8. Sendt derwaarts dan al u gedachten,
Laat die daar heen gerichtet staan,
En wilt u Bruydegom verwachten,
Om een-maal met hem in te gaan.
|
|